Brexit en btw

Brexit en btw

Het gaat Tim (38) financieel voor de wind. Hij heeft een goed draaiend concern van 4 BV’s en doet zaken met Engeland. Hij importeert en exporteert goederen van en naar Engeland. 

Sinds 1 januari 2021 is er een nieuwe handelsrelatie met  het Verenigd Koningrijk (VK). Welke gevolgen heeft dit voor de aangiften btw van Tim nu Engeland een “derde” land van buiten de EU is geworden? En waar dient Tim rekening mee te houden? 

Hoe was de situatie tot 1 januari 2021 wanneer een ondernemer goederen leverde aan een ondernemer in het VK?

Als een ondernemer in Nederland goederen leverde aan een ondernemer in het VK, dan was sprake van een ‘intracommunautaire transactie’. De Nederlandse ondernemer bracht 0% btw in rekening en de ondernemer in het VK gaf de btw in zijn eigen btw-aangifte in het VK aan. Van belang was dat formeel aangetoond kon worden dat de goederen vanuit Nederland naar het VK waren gegaan, bijvoorbeeld aan de hand van getekende CMR-brieven (vrachtbrieven). De Nederlandse ondernemer gaf de levering aan bij vraag 3b van de btw-aangifte en bij vraag 3a van de opgaaf ICP.

Inkopen die door een Nederlandse ondernemer van een ondernemer in het VK werden gekocht (waarbij de goederen vanuit het VK naar Nederland werden vervoerd) waren bij de Nederlandse afnemer met 9%/21% btw belast in Nederland. Dit moest worden aangegeven bij vraag 4b van de btw-aangifte. De leverancier in het VK vermeldde dan 0% btw op de factuur.

Hoe is de situatie na 1 januari 2021?

Voor de goederen die worden geleverd aan de VK is de ondernemer geen btw verschuldigd. Op de factuur brengt de ondernemer 0% btw in rekening. Dit mag alleen indien de ondernemer kan aantonen dat de producten de EU verlaten hebben. Dit kun je bijvoorbeeld bewijzen met een vrachtbrief of aangifte ten uitvoer. Wel dient de ondernemer de omzet van de export op te nemen in de btw aangifte. (rubriek 3a, leveringen naar landen buiten de EU(uitvoer)). En op de factuur dient de ondernemer “export-supply” te vermelden.

Vanaf 1 januari 2021  moet een ondernemer voor goederen die worden ingevoerd btw aangeven én direct betalen bij de Douane. Er is geen sprake meer van een intracommunautaire transactie. De ondernemer ontvangt van de leverancier uit de VK een factuur met 0% btw. De Douane berekent de btw over de douanewaarde. Indien er vaker zaken wordt gedaan met de VK dan kan de ondernemer een vergunning artikel 23 aanvragen bij het belastingkantoor. De ondernemer hoeft dan geen btw bij de Douane te betalen maar kan de btw aangeven in zijn of haar  btw aangifte. Indien de ondernemer recht heeft op aftrek van de btw, dan kan de btw meteen als voorbelasting worden afgetrokken. Per saldo betaalt de ondernemer dan niets.

Let op! Noord-Ierland krijgt binnen de VK een aparte status. Het blijft voor de levering van goederen een EU-lidstaat.

Naast btw is de ondernemer bij invoer ook invoerrechten verschuldigd. Indien de goederen een VK-preferentiële oorsprong hebben (door middel van een bewijs van preferentiële oorsprong) , gelden geen invoerrechten. De vereisten hiervan zijn vastgelegd in het handelsakkoord. Voor het contact met de Douane heeft de ondernemer een EORI-nummer nodig.

Wat betekent dit voor Tim?

Tim dient een vergunning artikel 23 aan te vragen bij het belastingkantoor, alsmede een EORI-nummer. Alle documenten inzake de uitvoer en de invoer dient hij bij zijn administratie te bewaren. Zoals het bewijs dat de goederen de EU hebben verlaten en het bewijs van preferentiële oorsprong.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit onderwerp? Neem dan contact op met onze fiscalist Pieter Stork, via onderstaand contactformulier. 

Neem contact op met Pieter Stork